Crisp: ‘Totale markt is 40 miljard euro’

In de afgelopen jaren zijn er heel wat online supermarkten gelanceerd, en soms zelfs al weer verdwenen. Door versproducten rechtstreeks bij de makers en kwekers in te kopen, richt nieuwe toetreder Crisp zich op de toenemende vraag naar kwaliteit- en streekproducten. “Vooral in het hogere segment is hier veel behoefte aan”, zegt operations manager Daniel Hensens.

De online voedingsmiddelenmarkt groeit hard. Procentueel mag het aandeel dan nog bescheiden zijn, in absolute aantallen gaat er heel wat geld in om. Alleen al in ons land wordt er jaarlijks zo’n veertig miljard euro uitgegeven aan voedingsmiddelen. Ondanks dat het online aandeel momenteel maar zo’n drie procent van deze omzet vertegenwoordigt, is de potentie enorm.

‘Marktaandeel van 0,1 procent loopt nog steeds in de miljoenen’

“Al zouden we slechts 0,1 procent van de voedingsmiddelenmarkt in handen krijgen, dan zouden we nog steeds een miljoenenbedrijf zijn”, zegt Daniel. Zover is het nog niet, maar de belangstelling voor de nieuwe online supermarkt is volgens hem groot. Crisp richt zich op mensen die verse en gezonde voedingsmiddelen willen, maar geen tijd hebben om hiervoor naar allerlei speciaalzaken te gaan.

Het idee ontstond toen één van de oprichters vanuit Amsterdam naar een nabijgelegen dorp verhuisde en opeens geen slager, visboer en groenteboer om de hoek had. Hij droomde er altijd al van om een online slagerij te beginnen. Maar omdat hij meer miste dan vlees, en dit best wel een kleine niche is, besloot hij het grootser aan te pakken.

Minder schakels, dus betere winstmarge

Waar de meeste nieuwe aanbieders liever wegblijven van versproducten, bouwde Crisp er juist haar bedrijfsmodel omheen. “Het brengt wat uitdagingen met zich mee, maar we geloven dat we hier het verschil kunnen maken.” Naast de versproducten bevat het aanbod houdbare producten zoals koffiebonen en wijn, maar keukenrollen en wasmiddel vind je er niet. “We zijn niet per se een totaalleverancier.”

Tekst gaat door onder de afbeelding.

Omdat het gros van de producten gekoeld moet aankomen, ontwikkelde de startup verpakkingsmateriaal met verschillende temperatuurzones. In de (vroege) ochtend van de bezorging worden de producten verzameld in het Amsterdam Food Center, waar Crisp een gekoeld distributiecentrum heeft. Door in te kopen wat er besteld is, hoeft Crisp zelf geen voorraad te houden. “Door direct van de bron te leveren, is het eten verser en zijn er minder schakels die impact hebben op de winstmarge.”

Startkapitaal van drie miljoen euro

Om het platform te ontwikkelen en meteen landelijk uit te rollen, haalde Crisp begin 2018 een investering op van drie miljoen euro. Na een aanloopperiode van een half jaar waarin de app werd ontwikkeld, nam de online supermarkt drie maanden de tijd om de dienst uit te proberen onder een select groepje gebruikers. “We hadden het ook direct grootst kunnen lanceren, maar we gaan liever voor een zo goed mogelijke ervaring.”

“Er zijn veel kleine schakels waarin iets kan misgaan”, legt Daniel uit. “Stel dat de producent, de orderpicker, de inpakker en de bezorger allemaal een score van 95 procent halen, dan klinkt het als een prima service. Maar in feite betekent het dat Crisp het onderaan de streep misschien maar voor tachtig procent goed heeft gedaan. Dat is niet waar wij voor staan.”

Gecontroleerd de markt veroveren

De banden met de leveranciers zijn daarom volgens Daniel nauwer dan gangbaar is in de branche. “Met onze Mexicaanse-tortillabakkerij denken we onder meer mee over de inhoud en de verpakking. Want waar het in Mexico gebruikelijk is om een kleine tortilla met een beetje zout uit het vuistje te eten, hebben onze klanten liever een grotere variant voor het diner. Daarnaast berekenen we samen aan de hand van de kiloprijs van biologische maïs wat een reële prijs is voor iedereen in de keten.”

Potentiële klanten worden gefaseerd toegelaten in de app. “Je ziet vaak dat bedrijven te snel willen uitbreiden, waardoor de kwaliteit achteruitgaat en dit uiteindelijk hun ondergang wordt. Wij veroveren de markt liever op een gecontroleerde manier.” De focus ligt daarom nu (nog) niet op het aantal gebruikers, maar op het stroomlijnen van de keten.