Loveli: ‘Ik ontwikkel de producten in mijn eigen mini-lab’

Loveli werd ruim twee jaar geleden gelanceerd. Inmiddels worden de beautyproducten verkocht bij meer dan 150 winkels, draait de webshop op volle toeren en is er steeds meer interesse vanuit het buitenland. En dat terwijl oprichtster Linda Bot helemaal niet van plan was om een eigen label op de markt te brengen.

Het eerste product dat ze verkocht was deodorant zonder aluminium. Het idee hiervoor ontstond jaren geleden, toen Linda’s moeder borstkanker kreeg. Vanwege de bestralingen werd er geadviseerd om een deodorant zonder aluminiumzouten te gebruiken. “Ik kon geen alternatief vinden dat écht werkte, dus toen ben ik het zelf gaan ontwikkelen.” Ze vertelt wel honderd varianten te hebben gemaakt totdat ze tevreden was over de werking, de structuur en de geur. “Helemaal niet erg, ik houd wel van experimenteren.”

Waar ze minder van was gecharmeerd, was dat ze er gaandeweg achter kwam dat er in vrijwel al haar favoriete beautyproducten chemicaliën zitten. Op gevoel maakte Linda hiervoor alternatieven. Maar toen er een crème ontplofte, is ze toch maar een opleiding gaan volgen tot cosmetic formulator, met een specialisatie in natuurlijke huidverzorging.

Versnelde uitrol na winnen Marie Claire Starters Award

Toch was Linda, die van oorsprong marketeer is, niet van plan om het bedrijfsmatig aan te pakken. “Ik zag het niet bepaald stormlopen wanneer de prijs van je product even hoog is als de verzendkosten.” Maar omdat er steeds meer vraag kwam naar haar natuurlijke cosmetica – familie en vrienden wilden het niet alleen zelf gebruiken, maar ook cadeau geven – besloot ze het een kans te geven. “Ik schreef me in voor de Marie Claire Starters Award en won, waardoor ik Loveli versneld kon uitrollen.”

Inmiddels verwerkt het bedrijf maandelijks ruim 1500 orders, vooral de deosticks worden met duizenden per maand verkocht. Daarnaast is het assortiment uitgebreid met onder meer lippenbalsem en gezichtsverzorgingsproducten. “Dat ook de overige producten gretig aftrek vinden, komt omdat we dezelfde insteek hebben gehouden, namelijk dat er geen troep in cosmetica thuishoort.”

De samenstelling van de producten bepaalt Linda nog altijd zelf in haar tot lab omgebouwde schuur, de productie gebeurt in een officieel laboratorium. Momenteel is ze druk bezig met de ontwikkeling van bodylotion, waardoor ze dagelijks de ene helft van haar lichaam insmeert met product A en de andere helft met variant B. Als marketeer kan ze nu niet alleen haar eigen label promoten, ook is ze haar eigen A/B-test. “Ik verkoop alleen producten die ik zelf ook zou gebruiken. Dat ik in het traject ernaartoe daardoor soms met een statisch hoofd rondloop, neem ik graag op de koop toe.”

‘Authenticiteit is de nieuwe marketing’

Bijna dagelijks krijgt Linda de vraag of ze het assortiment kan uitbreiden. Waar veel ondernemers voor de introductie van een nieuwe lijn een beroep zouden doen op de bank of een crowdfunding-platform, kiest zij liever voor een samenwerking met haar achterban. “In de afgelopen jaren is er een heuse Loveli-community ontstaan. Tegen de tijd dat Loveli klaar is om op te schalen, doe ik dit graag zo veel mogelijk met hun hulp. Het is misschien niet gebruikelijk, maar de nieuwe marketing draait om authenticiteit.”

Dit betekent ook dat ze de investeerders die interesse toonden in het bedrijf voorlopig afhoudt. “Het vergroten van de bewustwording is voor mij belangrijker dan een zo hoog mogelijke omzet. Loveli is geen liefdadigheidsinstelling – ik maak ook gewoon winst – maar het is voor mij niet de belangrijkste pijler.”

De producten worden nu nog uitsluitend in Nederland verkocht, maar Linda verwacht dat de eerste buitenlandse verkooppunten binnen twee jaar een feit zijn. Scandinavië en Engeland staan als eerste op de lijst om te veroveren. “Maar voordat het zover is, wil ik eerst wat meer vlieguren maken in eigen land.”