Webwinkel verzekeren tegen cybercrime mogelijk

Nationale-Nederlanden biedt vanaf deze week als eerste verzekeraar in Nederland het Zekerheidspakket aan, waarmee webwinkeliers zich kunnen verzekeren tegen cybercrime. En dat is volgens de verzekeraar nodig, want tachtig procent van de webwinkeliers zou niet verzekerd zijn tegen digitale diefstal, virusaanvallen en hacking.

In opdracht van Nationale-Nederlanden heeft TNS-NIPO een onderzoek gehouden onder 431 webwinkeliers en daaruit blijkt dat zij IT-calamiteiten zien als hun grootste risico. ”Software en IT-hardwarestoringen, hostings- en providerstoringen en uitval van betalingssystemen zijn de grootste bedreigingen voor de continuïteit van de webwinkels. Bedrijfseconomische risico’s als failliete leveranciers en afnemers worden als minder bedreigend gezien.”

Opmerkelijk is wel dat Nationale-Nederlanden het in hun persbericht heeft over één op de vijf webwinkels die last heeft van cybercrime. Terwijl in het onderzoek van TNS-NIPO staat dat 12 procent (dus ongeveer één op de acht) last heeft van cybercrime. Wat is het nou, Nationale-Nederlanden?

Weet niet is géén ja, Nationale Nederlanden…

Op de vraag wat men ziet als de drie vervelendste aspecten als de webwinkel wordt getroffen door cybercrime, antwoorden de meeste webwinkeliers met ‘klantverlies’, ‘vervanging of herstel van systemen, software en data’, ‘omzetderving’ en ‘imagoschade’. Op de vraag hoeveel dagen de webwinkel buiten werking kan zijn en geen omzet genereert zonder dat de continuïteit van de onderneming in gevaar komt, antwoorden professionele webwinkels gemiddeld met 25 dagen, terwijl een starter denkt het bijna zo’n zestig dagen uit te kunnen houden.

Als we kijken naar andere interessante cijfers uit het onderzoek, zien we dat drie van de vier ondervraagde webwinkels aangeeft alleen omzet uit Nederland te halen. Zeven op de tien webwinkeliers runnen hun online zaakje vanuit huis, terwijl voorraadbeheer, inpakken en verzending door bijna negentig procent (deels) in eigen beheer wordt uitgevoerd. Ook blijkt dat een op de drie webwinkels (Nationale-Nederlanden heeft het over ‘slechts een op de drie’?) ook een fysieke winkel bezit naar de webwinkel.