Retailers wordt belemmerd cross-border te kopen

Veel retailers en groothandelaren ervaren bij de inkoop van fast-moving consumer goods diverse leveringsbeperkingen, omdat ze vanuit een ander land inkopen. Ze krijgen te maken met bijvoorbeeld leveringsweigeringen, aanpassingen in verpakking of inhoud en bestemmingsverplichtingen.

Deze beperkingen zouden retailers kunnen beperken om goederen in te kopen bij een ander EU-land dan waar zij gevestigd zijn of om goederen door te verkopen aan een ander EU-land. En dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn, zo vindt de Europese Commissie.

AB InBev ging op deze manier in de fout

Een bekend voorbeeld in deze kwestie is AB InBev. De Belgische brouwer kreeg vorig jaar een boete van 200 miljoen euro, omdat het consumenten in België bewust meer liet betalen voor Jupiler. Dat biermerk is groot in België, maar in Nederland en Frankrijk is het marktaandeel veel kleiner; AB InBev besloot daarop in die landen lagere prijzen te hanteren. Dat mag, maar het mag vrij verkeer van goederen niet in de weg zitten. Maar de brouwer beperkte de crossborder-verkoop tussen Nederland en België, waardoor Belgische retailers niet goedkoper Jupiler konden invoeren vanuit Nederland en Frankrijk.

AB InBev voorkwam dat Belgische retailers goedkoop konden invoeren vanuit Nederland.

AB InBev belemmerde bijvoorbeeld de import door de Franstalige opschriften van de etiketten in Nederland te verwijderen en hetzelfde te doen met de Nederlandstalige opschriften in Frankrijk. Hierdoor werden die biertjes onbruikbaar in België, want daar zijn tweetalige etiketten verplicht.

Een onderzoek van de Europese Commissie bevestigt dat dit soort zaken vaker voorkomen. De helft van de ondervraagde retailers en groothandelaren hadden te maken met dit soort praktijken bij het inkopen van internationale fast-moving consumer goods. Het ging dan om leveringsweigeringen, aanpassingen in de verpakking of inhoud en bestemmingsverplichtingen.

‘Het kan 14,1 miljard euro schelen’

Volgens de fabrikanten komen dit soort beperkingen door nationale structuren, waarbij zij zich aanpassen aan de lokale wensen van consumenten en retailers. Maar de Commissie vindt niet dat dit de prijsverschillen (volledig) verklaart. Het analyseerde zelfs dat als retailers producten konden inkopen in het land waar die het goedkoopst zijn, consumenten in de EU meer dan 14 miljard euro (of 3,5 procent) konden besparen.