ACM wil claims duurzaamheid aanpakken

De Autoriteit Consument & Markt is klaar met de misleidende claims over duurzaamheid. Dit fenomeen, ook wel greenwashing genoemd, komt ook in de ecommerce voor. De ACM heeft nu een conceptplan opgesteld met daarin vijf regels waar webwinkeliers en andere ondernemers zich aan moeten houden.

Jezelf profileren als duurzaam is helemaal hot. Logisch, want steeds meer consumenten verwachten dat merken en retailers op een zo goed mogelijke manier omgaan met het milieu bij het vervaardigen, verkopen en vervoeren van producten.

Maar hier wordt helaas ook steeds meer misbruik van gemaakt. En ook dat is logisch, want als duurzaamheid populair is, dan doe je er als webwinkel goed aan om daar op mee te liften. Door bijvoorbeeld bepaalde producten als ‘groen’ te bestempelen, door te claimen dat de klant meehelpt aan een beter milieu door juist bij hen te bestellen en door bijvoorbeeld onder de aandacht te brengen dat hun producten bepaalde giftige stoffen niet bevatten.

Greenwashing

Maar webwinkels moeten wel eerlijk blijven over duurzaamheid. Doen ze dit niet, door zich groener of maatschappelijk verantwoordelijker voor te doen dan ze daadwerkelijk zijn, dan doen ze aan greenwashing. En daar gaat de ACM nu tegen strijden. Ondernemingen mogen van de waakhond alleen duidelijke, juiste en relevante duurzaamheidsclaims gebruiken. In een conceptleidraad [pdf] komt het met vijf vuistregels waar webwinkels en andere ondernemers zich aan moeten houden.

Webwinkels moeten eerlijk blijven over hoe zij duurzaamheid toepassen.

1: Maak duidelijk welk duurzaamheidsvoordeel het product heeft

Duurzaamheidsclaims moeten duidelijk geformuleerd en begrijpelijk zijn. Er mag geen verwarring ontstaan bij de consument over het geclaimde duurzaamheidsvoordeel. Zo mag men niet onterecht de indruk wekken dat iets duurzamer is dan het in werkelijkheid is.

Voorbeeld: De claim “100% gerecycleerd materiaal” op een doos met wit papier is niet duidelijk genoeg: slaat het namelijk op de doos of op het papier?

2: Onderbouw uw duurzaamheidsclaims met feiten en houd ze actueel

Fabrikanten en retailers moeten kunnen aantonen dat een duurzaamheidsclaim juist is. Controleer regelmatig of het beweerde nog klopt.

Voorbeeld: Een bedrijf claimt dat het broodbeleg ‘duurzame palmolie’ bevat. Dit moet onderbouwd worden met feiten. Hoe heeft deze palmolie een kleinere impact op mens, dier en milieu dan normale palmolie?

3: Vergelijkingen met andere producten, diensten of bedrijven moeten eerlijk zijn

De ACM vindt dat vergelijkingen met andere producten of bijvoorbeeld de concurrent kunnen zorgen voor verwarring bij de consument over de daadwerkelijke duurzaamheid van het bedrijf of het product.

Voorbeeld: Op een doos eieren staat dat de ‘kippen meer ruimte krijgen’. Meer ruimte dan wat? De concurrent? Of dan voorheen?

4: Wees eerlijk en concreet over de duurzaamheidinspanningen van uw bedrijf

De waakhond vindt dat er onderscheid moet komen tussen algemene informatie over duurzaamheidsinspanningen en specifieke informatie over de voordelen van een individueel product. En als er iets wordt geclaimd over toekomstige doelstellingen, dan moet er een duidelijke en meetbare aanpak zijn om die doelen te bereiken.

Voorbeeld: Een energieleverancier levert warmte via een nieuw warmtenet en maakt reclame met ‘Op weg naar een duurzame samenleving’. Maar de warmt komt grotendeels van een centrale die fossiele energiebronnen gebruikt. En de leverancier zelf levert zelf voornamelijk nog gas en grijze elektriciteit.

5: Zorg dat visuele claims en keurmerken behulpzaam zijn voor consumenten en niet verwarrend

Symbolen, afbeeldingen of keurmerken mogen geen verkeerde indruk wekken over duurzaamheid. Ook moeten ze de gemaakte claim rechtstreeks ondersteunen.

Voorbeeld: Op een pot verf staat de claim ‘Planet proof’ met een symbool van een groene aardbol. Maar wat zijn nu de concrete duurzaamheidsvoordelen van de verf? En waaraan moet de verf voldoen om als ‘planet proof’ aangemerkt te kunnen worden?